Nokia E5 00 - WLAN-internettoegangspunten

background image

WLAN-internettoegangspunten

Selecteer

Menu

>

Bed. paneel

>

Instellingen

en

Verbinding

>

Bestemmingen

>

Toegangspunt

en

volg de instructies op het scherm. U kunt

ook een van de groepen met

toegangspunten openen, een

toegangspunt selecteren waarvoor de

aanduiding wordt weergegeven en

180 Instellingen

© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

background image

vervolgens

Opties

>

Bewerken

selecteren.
Volg de instructies van uw

serviceprovider om het volgende te

bewerken:
Naam verbinding — Hier kunt u een

naam voor de verbinding definiëren.

Drager gegevens — U kunt de

gegevensdrager mogelijk niet

bewerken zodra deze is gedefinieerd.

Definieer indien nodig een nieuw

toegangspunt.

WLAN-netwerknaam — Selecteer

Handmatig opgeven

of

Netw.namen

zoeken

. Als u een bestaand netwerk

selecteert, worden

WLAN-

netwerkmodus

en

WLAN-

beveiligingsmodus

bepaald door de

instellingen van het

toegangspuntapparaat.

Netwerkstatus — Definieer of de

netwerknaam moet worden

weergegeven.

WLAN-netwerkmodus — Selecteer

Ad-hoc

om een ad hoc netwerk te

maken en sta de apparaten toe

rechtstreeks gegevens te verzenden en

ontvangen; u hebt dan geen WLAN-

toegangspunt nodig. In een ad hoc

netwerk moeten alle apparaten

dezelfde WLAN-netwerknaam

gebruiken.

WLAN-beveiligingsmodus

— Selecteer de coderingsmethode die

u wilt gebruiken:

WEP

,

802.1x

, of

WPA/

WPA2

(802.1x en WPA/WPA2 zijn niet

beschikbaar voor ad hoc netwerken.) Als

u

Open netwerk

selecteert, wordt er

geen codering toegepast. U kunt de

WEP-, 802.1x- en WPA-functies alleen

gebruiken als het netwerk dat

ondersteunt.

Toegangspunt gebruiken

— Selecteer

Na bevestiging

om het

apparaat zodanig in te stellen dat er om

een bevestiging wordt gevraagd

voordat de verbinding die dit

toegangspunt gebruikt tot stand komt

of

Automatisch

om het apparaat

automatisch via dit toegangspunt te

verbinden met de bestemming.

Selecteer

WLAN-beveiligingsinstell.

om de instellingen voor de

geselecteerde beveiligingsmodus in te

voeren.

Instellingen 181

© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

background image

Geavanceerde WLAN-instellingen

Selecteer

Opties

>

Geavanc.

instellingen

en maak een keuze uit de

volgende opties:

IPv4-instellingen — Voer het IP-adres

van het apparaat, het subnet-IP-adres,

de standaardgateway en het IP-adres

van de primaire en secundaire DNS-

servers in. Neem contact op met uw

internetserviceprovider voor deze

adressen.

IPv6-instellingen — Definieer het type

DNS-adres.

Ad-hoc kanaal (alleen voor ad hoc

netwerken) — Selecteer

Door gebr.

gedef.

als u een kanaalnummer (1-11)

handmatig wilt invoeren.

Proxyserveradres — Voer het adres

voor de proxyserver in.

Proxypoortnummer — Het

poortnummer van de proxyserver

opgeven.