Nokia E5 00 - Groepen met toegangspunten maken

background image

Groepen met toegangspunten

maken

Selecteer

Menu

>

Bed. paneel

>

Instellingen

en

Verbinding

>

Bestemmingen

.

In sommige toepassingen kunt u

groepen met toegangspunten

gebruiken om een verbinding met een

netwerk tot stand te brengen.
U kunt een groep met meerdere

toegangspunten maken en de volgorde

weergeven waarin de toegangspunten

worden gebruikt om verbinding met

een bepaald netwerk te maken. U hoeft

dan niet telkens opnieuw een

toegangspunt te selecteren wanneer

het apparaat een verbinding met een

netwerk tot stand brengt.
U kunt bijvoorbeeld WLAN- en packet-

gegevenstoegangspunten toevoegen

aan een groep met

internettoegangspunten en de groep

gebruiken om op het web te bladeren.

Als u het WLAN-toegangspunt de

hoogste prioriteit geeft, maakt het

apparaat via een WLAN verbinding met

internet als er een WLAN-verbinding

beschikbaar is en via een packet-

gegevensverbinding als er geen WLAN-

verbinding beschikbaar is.

Selecteer

Opties

>

Beheren

>

Nieuwe

bestemming

als u een nieuwe groep

met toegangspunten wilt maken.

178 Instellingen

© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

background image

Selecteer de groep en selecteer

Opties

>

Nieuw toegangspunt

om

toegangspunten aan een groep met

toegangspunten toe te voegen.

Selecteer de groep, ga naar een

bestaand toegangspunt en selecteer

Opties

>

Indelen

>

Kop. naar andere

best.

als u een bestaand toegangspunt

uit een andere groep wilt kopiëren.

Blader naar een toegangspunt en

selecteer

Opties

>

Indelen

>

Prioriteit wijzigen

als u de

prioriteitsvolgorde van

toegangspunten binnen een groep wilt

wijzigen.

Toegangspunten voor

gegevensverbindingen

Selecteer

Menu

>

Bed. paneel

>

Instellingen

en

Verbinding

>

Bestemmingen

>

Toegangspunt

en

volg de instructies op het scherm.

Als u een packet-

gegevenstoegangspunt wilt bewerken,

opent u een van de groepen met

toegangspunten en selecteert u een

toegangspunt dat gemarkeerd is met

.

Volg de instructies van de

serviceprovider.
Maak een keuze uit de volgende opties:

Naam verbinding — Hier kunt u een

naam voor de verbinding definiëren.

Drager gegevens — U kunt de

gegevensdrager mogelijk niet

bewerken zodra deze is gedefinieerd.

Definieer indien nodig een nieuw

toegangspunt.

Naam toegangspunt — U krijgt de

naam van het toegangspunt van de

serviceprovider.

Gebruikersnaam — De

gebruikersnaam kan nodig zijn bij het