Groepen met toegangspunten
maken
Selecteer
Menu
>
Bed. paneel
>
Instellingen
en
Verbinding
>
Bestemmingen
.
In sommige toepassingen kunt u
groepen met toegangspunten
gebruiken om een verbinding met een
netwerk tot stand te brengen.
U kunt een groep met meerdere
toegangspunten maken en de volgorde
weergeven waarin de toegangspunten
worden gebruikt om verbinding met
een bepaald netwerk te maken. U hoeft
dan niet telkens opnieuw een
toegangspunt te selecteren wanneer
het apparaat een verbinding met een
netwerk tot stand brengt.
U kunt bijvoorbeeld WLAN- en packet-
gegevenstoegangspunten toevoegen
aan een groep met
internettoegangspunten en de groep
gebruiken om op het web te bladeren.
Als u het WLAN-toegangspunt de
hoogste prioriteit geeft, maakt het
apparaat via een WLAN verbinding met
internet als er een WLAN-verbinding
beschikbaar is en via een packet-
gegevensverbinding als er geen WLAN-
verbinding beschikbaar is.
Selecteer
Opties
>
Beheren
>
Nieuwe
bestemming
als u een nieuwe groep
met toegangspunten wilt maken.
178 Instellingen
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Selecteer de groep en selecteer
Opties
>
Nieuw toegangspunt
om
toegangspunten aan een groep met
toegangspunten toe te voegen.
Selecteer de groep, ga naar een
bestaand toegangspunt en selecteer
Opties
>
Indelen
>
Kop. naar andere
best.
als u een bestaand toegangspunt
uit een andere groep wilt kopiëren.
Blader naar een toegangspunt en
selecteer
Opties
>
Indelen
>
Prioriteit wijzigen
als u de
prioriteitsvolgorde van
toegangspunten binnen een groep wilt
wijzigen.
Toegangspunten voor
gegevensverbindingen
Selecteer
Menu
>
Bed. paneel
>
Instellingen
en
Verbinding
>
Bestemmingen
>
Toegangspunt
en
volg de instructies op het scherm.
Als u een packet-
gegevenstoegangspunt wilt bewerken,
opent u een van de groepen met
toegangspunten en selecteert u een
toegangspunt dat gemarkeerd is met
.
Volg de instructies van de
serviceprovider.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Naam verbinding — Hier kunt u een
naam voor de verbinding definiëren.
Drager gegevens — U kunt de
gegevensdrager mogelijk niet
bewerken zodra deze is gedefinieerd.
Definieer indien nodig een nieuw
toegangspunt.
Naam toegangspunt — U krijgt de
naam van het toegangspunt van de
serviceprovider.
Gebruikersnaam — De
gebruikersnaam kan nodig zijn bij het