WLAN-verbindingen
Als u WLAN-verbinding (draadloos LAN)
wilt gebruiken, moet u een
internettoegangspunt voor WLAN
maken. Gebruik het toegangspunt voor
toepassingen die verbinding met
internet moeten hebben.
Er wordt een WLAN-verbinding tot stand
gebracht als u een gegevensverbinding
maakt met een internettoegangspunt
voor een WLAN. De actieve WLAN-
verbinding wordt verbroken als u de
gegevensverbinding verbreekt.
U kunt een WLAN gebruiken tijdens een
gesprek of wanneer pakketgegevens
actief zijn. U kunt met maximaal één
WLAN-toegangspunt tegelijkertijd
verbinding hebben, maar verschillende
toepassingen kunnen hetzelfde
internettoegangspunt gebruiken.
Als het offline profiel is ingesteld voor
het apparaat, kunt nog steeds een WLAN
gebruiken (indien beschikbaar). Zorg
ervoor dat u voldoet aan de
veiligheidseisen wanneer u een WLAN-
Connectiviteit 73
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
verbinding tot stand brengt en
gebruikt.
Tip: Als u het unieke MAC-adres (Media
Access Control) voor het apparaat wilt
controleren, typt u *#62209526# in
het startscherm.