Apparaten koppelen
Als u een apparaat wilt koppelen aan
compatibele apparaten en de
gekoppelde apparaten wilt bekijken,
schuift u naar rechts in de
hoofdweergave van Bluetooth-
connectiviteit.
Stel voordat u de koppeling uitvoert uw
wachtwoord in (1 tot 16 cijfers) en
spreek met de eigenaar van het andere
apparaat af hetzelfde wachtwoord te
gebruiken. Bij apparaten zonder
gebruikersinterface wordt het
wachtwoord gebruikt dat in de fabriek
is ingesteld. Het wachtwoord is voor
eenmalig gebruik.
1 Selecteer
Opties
>
Nw gekoppeld
apparaat
als u het apparaat wilt
koppelen aan een ander apparaat.
Apparaten die zich binnen het
bereik bevinden, worden
weergegeven.
2 Selecteer het apparaat en voer het
wachtwoord in. Op het andere
apparaat moet hetzelfde
wachtwoord worden ingevoerd.
3 Sommige audiotoebehoren maken
na koppeling automatisch
Connectiviteit 79
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
verbinding met het apparaat. Ga
anders naar het toebehoren en
selecteer
Opties
>
Verb. met
audioapparaat
.
Gekoppelde apparaten zijn te
herkennen aan het symbool in de lijst
met apparaten.
Als u gekoppelde apparaten wilt
instellen als geautoriseerd of niet-
geautoriseerd, gaat u naar het apparaat
en maakt u een keuze uit de volgende
opties:
Geautoriseerd — Uw apparaat en het
geautoriseerde apparaat kunnen
zonder uw medeweten verbinding
maken. U hoeft de verbinding niet
afzonderlijk te accepteren of
autoriseren. Gebruik deze optie voor uw
eigen apparaten, zoals uw compatibele
hoofdtelefoon of pc of voor apparaten
van mensen die u vertrouwt. geeft
geautoriseerde apparaten aan in de
weergave voor gekoppelde apparaten.
Niet geautoriseerd
— Verbindingsverzoeken van dit
apparaat moeten altijd afzonderlijk
worden geaccepteerd.
Ga naar het apparaat en selecteer
Opties
>
Verwijderen
als u een
koppeling wilt annuleren.
Selecteer
Opties
>
Alle verwijderen
als u alle koppelingen wilt annuleren.