Nokia E5 00 - Externe configuratie

background image

Externe configuratie

Selecteer

Menu

>

Bed. paneel

>

Gegev.beh.

>

App.beheer

.

Met Apparaatbeheer kunt u

instellingen, gegevens en software op

uw apparaat extern beheren.
U kunt een verbinding met een server

maken om configuratie-instellingen

voor uw apparaat te ontvangen. U kunt

ook serverprofielen en andere

Beveiliging en gegevensbeheer 157

© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

background image

configuratie-instellingen ontvangen

van uw serviceproviders of de afdeling

informatiebeheer van uw bedrijf. Onder

configuratie-instellingen vallen

bijvoorbeeld ook instellingen van de

verbinding die door andere

toepassingen in het apparaat worden

gebruikt. De beschikbare opties kunnen

verschillen.
De server start meestal de externe

configuratieverbinding als de

instellingen van het apparaat moeten

worden bijgewerkt.

Als u een nieuw serverprofiel wilt

maken, selecteert u

Opties

>

Serverprofielen

>

Opties

>

Nieuw

serverprofiel

.

Deze instellingen kunt u van uw

serviceprovider in een

configuratiebericht ontvangen. Zo niet,

definieer dan het volgende:

Servernaam — Voer een naam voor de

configuratieserver in.

Server-ID — Voer de unieke ID van de

configuratieserver in.

Serverwachtwoord — Voer het

wachtwoord in waarmee uw apparaat

door de server wordt herkend.

Toegangspunt — Selecteer het

toegangspunt dat u wilt gebruiken voor

de verbinding of maak een nieuw

toegangspunt. U kunt ook aangeven dat

u wordt gevraagd welk toegangspunt u

wilt gebruiken telkens wanneer u

verbinding maakt. Deze instelling is

alleen beschikbaar als u

Internet

hebt

geselecteerd als dragertype.

Hostadres — Voer het webadres van de

configuratieserver in.

Poort — Voer het poortnummer van de

server in.

Gebruikersnaam en

Wachtwoord — Voer uw gebruikers-ID

en wachtwoord in voor de

configuratieserver.

Configuratie toestaan — Selecteer

Ja

om de server een configuratiesessie te

laten initiëren.

Automatisch accepteren — Selecteer

Ja

als u niet wilt dat de server een

bevestiging vraagt bij het initiëren van

een configuratiesessie.

Netwerkverificatie — Geef aan of

HTTP-verificatie moet worden gebruikt.

158 Beveiliging en gegevensbeheer

© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

background image

Gebruikersnaam netwerk en

Wachtwoord netwerk — Voer uw

gebruikers-ID en wachtwoord in voor de

http-verificatie. Deze instelling is alleen

beschikbaar als u

Netwerkverificatie

heeft geselecteerd voor gebruik.

Selecteer

Opties

>

Configuratie

starten

als u verbinding wilt maken

met de server om de configuratie-

instellingen voor uw apparaat te

ontvangen.

Als u het configuratielogboek van het

geselecteerde profiel wilt weergeven,

selecteert u

Opties

>

Logboek

bekijken

.

Als u de software van het apparaat wilt

bijwerken via de lucht, selecteert u

Opties

>

Controleren op updates

.

Door het bijwerken worden uw

instellingen niet gewist. Als u het

updatepakket op het apparaat hebt

ontvangen, volgt u de aanwijzingen op

het scherm. Het apparaat wordt

opnieuw gestart als de installatie is

voltooid.
Bij het downloaden van software-

updates worden mogelijk grote

hoeveelheden gegevens overgedragen

(netwerkdienst).
Zorg ervoor dat de batterij van het

apparaat voldoende capaciteit heeft of

dat de lader is aangesloten voordat u

begint met bijwerken.

Waarschuwing:

Tijdens het installeren van een

software-update kunt u het apparaat

niet gebruiken, zelfs niet om een

alarmnummer te bellen, totdat de

installatie voltooid is en het apparaat

opnieuw is ingeschakeld.